Dierenboek

Je bent nu in het dierenboek! Hier vind je alle dieren die op onze kinderboerderij rondlopen. 

Je kunt natuurlijk ook onze dieren in het echt komen bekijken. 

Cavia's

Onze cavia’s wonen in de Volière, in een prachtig hok.

Ze maken hoge harde reeks van piepgeluiden die worden gemaakt om aandacht te trekken. In het wild roepen ze hiermee elkaar en tegen mensen maken ze dit geluid om eten te vragen.

  • Zachte piepjes. Dit is meestal een vrolijke cavia die laat weten dat zij er is.
  • Kreunend piepen. Een uiting van pijn of ongemak.
  • Spinnen en rillen zoals een poes.  Je herkent dit geluid vooral bij cavia’s die geaaid worden.
  • Klappertanden. Een teken van boosheid of angst.
  • Knarsetanden. De cavia heeft trek in iets lekkers.

Cavia’s zijn grote eters en eten de hele dag door. In de natuur eten ze grassen, bladeren, planten en bloemen. Daarom moet de cavia altijd gras en/of droog hooi tot zijn beschikking hebben. Ze vinden dit niet alleen erg lekker om te eten en om op te liggen, maar het is ook nodig voor een goede spijsvertering. Ze mogen veel verse groenten hebben: paprika, peterselie, witlof, bleekselderij, broccoli, paksoi, sla, komkommer en spruitjes. Paprika, wortels en sinaasappelpartjes zijn erg goed voor de nodige vitaminen.  Fruit mag alleen in heel kleine hoeveelheden omdat er suikers inzitten.

Dwerg geiten

 

Dwerggeiten leven met velen bij elkaar; het zijn kuddedieren. 

De vrouwtjes zijn het hele jaar door vruchtbaar, en in het najaar paren ze meestal zodat ze in het voorjaar jongen krijgen. De draagtijd is vijf maanden.

Het voedsel van dwerggeiten bestaat in de zomer vooral uit gras en in de winter uit brokjes en hooi. Gras dat vermengt is met zaad laten ze ook niet staan, evenals boerenkool, wortelen, maïs en brood. Daarnaast drinken ze iedere dag veel water. Brood mogen ze echt niet hebben. Dat is ongezond voor geitjes. 

Geiten eten op een aparte manier. Omdat ze alleen tanden in hun onderkaak hebben, kunnen ze het gras niet afbijten. Door hun tong tegen de ondertanden te drukken, plukken ze het gras. Vervolgens kauwen ze het even, waarna ze het doorslikken. Nadat ze genoeg gegeten hebben, gaan ze uitgebreid liggen om ten slotte al het voedsel in kleine hoeveelheden op te boeren. De hoeveelheid die opgeboerd is, wordt herkauwt.

Geiten willen er ook graag mooi uitzien en vinden ze het prettig als ze eens geborsteld worden. Hun vacht wordt dan weer mooi en stralend.  Verder moeten de hoefjes bijgehouden worden: als ze te lang zijn moeten ze bijgesneden worden, zodat ze weer recht op de grond staan.

 

Kune Kune Varken

De Kunne Kune is een uniek oorspronkelijk afkomstig van de maori's uit Nieuw-Zeeland. De naam Kune Kune betekend '' vet en rond'' in maori taal. Het Kune Kune varken is niet groot ( schouderhoogte 60 tot 80 cm, gewicht 60 tot 100 kilo) De lelletjes onder de kaak heten 'piri piri' Het Kune Kune varken is van nature vriendelijk. Het zijn geboren verleiders. Ze zijn sociaal, intelligent en hebben een enorme behoefte aan gezelschap.

Melk geiten

 

Als je ooit een pak geitenmelk hebt gekocht, is de kans groot dat deze dame daar verantwoordelijk voor is. De Nederlandse Witte Geit, ook wel Saanen genoemd, is de meest voorkomende soort (melk)geit in Nederland.

Kenmerken:

  • Een spierwitte vacht;
  • Elegante, ranke bouw;
  • Ongelooflijk productief: één geit kan wel 3,5 liter melk per dag geven!

 Ouessant Schapen

Dit schaap komt oorspronkelijk van het eiland Ouessantuessant, voor de westkust van Bretange. Het is een van de kleinste schapenrassen ter wereld. De dwergvorm is ontstaan doordat ze generaties land onder zeer karige omstandigheden hebben geleefd. Rond 192- was het ras bijna uitgestorven, maar door de inzet van o.a. kasteelheren op het vaste land werd dit voorkomen.

 

Volwassen ooien 9 vrouwelijk dier) wegen ca. 15 kg en hebben een schofthoogte van maximaal 46 cm. Volwassen rammen ( mannelijk dier) wegen ca. 20 kg met een schofthoogte van maximaal 49 cm. De meest voorkomende kleur is zwart, maar er zijn ook bruine ( karamel) en witte Ouessant. De vacht weeg ca. 10% van het levende gewicht. De Ouessant heeft daarmee relatief een van de hoogste wol opbrengsten van alle schapenrassen.

Loopeenden

 

Wat zijn loopeenden?
Loopeenden, ook wel Indische loopeenden genoemd, zijn een speciaal eendenras dat zich rechtop lopend voortbeweegt. Ze lijken een beetje op pinguïns door hun rechte houding en grappige loopje.

 

Herkomst:
Ze komen oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië, vooral uit Indonesië. Daar werden ze gehouden voor hun eieren en om ongedierte in rijstvelden op te eten.

Wat eten loopeenden?
Loopeenden zijn dol op slakken, insecten, wormen en ander klein ongedierte. Dat maakt ze heel handig in de tuin! Ze eten ook graan, groenten en speciaal eendenvoer.

 

Verzorging:
Loopeenden hebben een nachthok nodig, een veilige plek om te schuilen en te slapen. Ze hebben niet per se een grote vijver nodig, maar vinden een badje of kleine waterbak wel fijn om in te spetteren.

 

Weetje:
Loopeenden kunnen niet vliegen! Ze hebben wel vleugels, maar die zijn te zwak om echt mee op te stijgen. Daardoor lopen ze overal naartoe – vandaar ook de naam!

 

Konijnen

Het konijn is een schemerdier. Het leeft van een grote variatie aan plantaardig voedsel: grassen, kruiden, loten, knollen, bast en akkergewassen als graan en kool. Ook eten ze hun eigen uitwerpselen. Dit is een soort van herkauwing in twee fasen, na de eerste vertering eet het konijn de uitwerpselen rechtstreeks uit het rectum.

Het konijn leeft in grote groepen in een uitgebreid gangenstelsel, een zogenaamde (konijnen)bouw, konijnenhol of konijnenburcht. De bouw wordt meestal aangelegd in een heuvel of een andere helling, als een duin. De ingang heeft een diameter van tien tot vijftig centimeter. Ze wagen zich zelden verder dan 400 meter van het hol af.

Volière

In deze buitenvolière, zitten diverse soorten vogels.  Kom jij ze bekijken?

Onze buitenvolière heeft een sluis, een dubbele ingang met portaaltje. Zo kan men naar binnen om de dieren te verzorgen zonder de kans dat ze ontsnappen.

 

Shetland pony

De Shetland Pony is afkomstig van de Shetlandeilanden in het uiterste noorden van Schotland. Het is, na de Falabella, het kleinste ras. De pony wordt van oudsher gebruikt als pak-, tuig- en rijpony. Tegenwoordig is de Shetlander ook erg geliefd als gezelschapspony en als speelpony. 

Doordat een shetlander een mooie dikke vacht heeft voor de winter kan deze pony het hele jaar buiten lopen als de pony ook een shuilhutje heeft voor het slechte weer.

 

Wist je dat ?
Een shetlander een hele sterke pony is? Doordat ze afkomstig zijn van de shetlandeilanden zijn het erg harde pony's omdat het daar altijd koud was en er niet veel te eten was!

Wist je dat?
Een shetlander zich heel goed kan aanpassen? Een shetlander kan soms koppig zijn maar ook heel lief en kalm. 

Kippen

Kippen zoeken buiten de hele dag voedsel, zoals zaden, insecten en wormen. Als er genoeg eten is, blijven kippen op dezelfde plek leven. Kippen kunnen ook pluimveemeel, graan en groenvoer eten. Met groenvoer bedoelen we fruit en groente en dit kan aangevuld met regenwormen, meelwormen of maden. Kippen drinken ook water.